Koolhydraten zijn de voornaamste bron van energie. Voor de inspanning is het belangrijk voorzien te zijn van maximale koolhydraat- of glycogeenreserves. Intensieve inspanningen zijn afhankelijk van de initiële glycogeen concentratie in de spieren, die gemakkelijk gemanipuleerd kan worden door aanpassingen van het voedingspatroon. Het lichaam kan per uur maximaal 60-70 gram koolhydraten verbranden.
Bij een korte inspanning is vooral het niveau van glucose belangrijk. Glucose is een snel beschikbare energiebron voor korte inspanningen met hoge intensiteit, omdat het ook zonder zuurstof verbrand kan worden. Maar omdat glucose op deze manier niet verder wordt afgebroken dan tot een melkzuur, kan een verzuring ontstaan. Verzuring voelt als spierpijn.
Ook bij langdurige inspanningen is goede koolhydraatinname van groot belang. Een koolhydraatrijke voeding zorgt voor een optimale glycogeenvoorraad in de spier en de lever. De voorraad koolhydraat in de vorm van glycogeen in het lichaam is echter beperkt. Bij langdurige inspanning moet het lichaam daarom al snel vetten gaan gebruiken, maar die zijn minder efficiënt aangezien voor de verbranding van vetten meer zuurstof nodig is.
Door training kunnen de spieren leren op een optimale manier met het glycogeen om te gaan. Maar het is vooral belangrijk om de ideale voedingsmiddelen te benutten, rekening houdend met de glycemische index.
Meer info in: Cursus Sportvoeding